De vragen zoals hoe het universum ontstaan is, waar het naartoe gaat en hoe de wetten, de orde en het evenwicht zich handhaven, hebben de mensen van ieder tijdperk beziggehouden. Wetenschappers en geleerden hebben ontelbare onderzoeken verricht over dit onderwerp en hebben verschillende theorieën ontwikkeld.

De Koran is reeds meer dan 1.400 jaar oud en we mogen niet vergeten dat het verschillende wetenschappelijke feiten heeft geopenbaard die pas in de 20ste eeuw waren ontdekt. Dit is op zich al een bewijs dat de Koran een boek is dat door Allah is gezonden.

Tot het begin van de 20ste eeuw dacht men dat het universum een onveranderlijk universum was. Dit houdt in dat men vroeger geloofde dat het universum altijd al bestond en eeuwig was en dus ook geen begin en geen einde had. 

Deze visie vormde de grondslag voor de materialistische filosofie die zich verzette tegen het bestaan van een Schepper en beweerde dat het universum een constante, stabiele en een onveranderlijke verzameling van materie was. 

Nu de wetenschap een stuk gevorderd is, heeft men het tegendeel kunnen aantonen met de meest geavanceerde technologische instrumenten die we nu voor handen hebben. We spreken van verschillende theoretische ontdekkingen die zijn gedaan vanaf ongeveer het jaar 1929. Met name de ontdekking van de 'Big Bang' oftewel de 'Oerknal'. Door middel van hypermoderne apparatuur heeft men deze wonderbaarlijke ontdekking kunnen doen. 

In 1929, in het Mount Wilson Observatory in de Amerikaanse staat Californië, maakte de Amerikaanse astronoom Edwin Hubble 1, één van de meest spectaculaire ontdekkingen in de geschiedenis van de astronomie. Terwijl Edwin de sterren observeerde met de ruimtetelescoop Hubble, ontdekte hij een verschuiving in het licht van de sterren. Anders gezegd, het licht van deze sterren verschoof naar het rode gedeelte van het spectrum en deze verschuiving werd groter naarmate de ster verder van de aarde verwijderde. Dit betekent dat de sterren van ons weg drijven.

Niet veel later ontdekte Edwin nog iets belangrijker: sterren en melkwegstelsels bewegen zich niet alleen weg van ons, maar ook van elkaar. Het enige besluit die hieruit kan worden getrokken is, dat het universum waarin alles van elkaar weg beweegt, steeds uitzet.

Om dit beter te begrijpen, kan men het universum vergelijken met een ballon dat wordt opgeblazen. Als de ballon wordt opgeblazen, bewegen de punten die op de ballon zijn gestippeld van elkaar weg. Op deze manier bewegen de objecten in de ruimte ook van elkaar weg, iedere keer als de ruimte uitzet.

De Koran die 1400 jaar geleden is gezonden, laat ons de waarheid met deze vers weten:

"Allah heeft de hemelen en de aarde geschapen." 2

We zullen hier de term Big Bang blijven gebruiken, aangezien er geen ander aannemelijker bewijsstuk bestaat wat aantoont dat het begin van het universum op deze manier is ontstaan.

De Big Bang theorie toont aan dat in het begin alle objecten in het heelal, één deel waren en toen zijn gescheiden. Dit feit dat door de Big Bang theorie is onthuld, was al veertien eeuwen geleden verklaard in de Koran, toen de mens nog een heel beperkte kennis had over het universum:

"Zien de ontkenners dan niet dat terwijl de hemelen en aarde in het begin een eenheid vormden Wij ze van elkaar hebben doen scheiden en alle wezens schiepen uit water? Zullen zij nog steeds niet geloven?" 3

Zoals aangegeven in deze vers, is alles met de Big Bang (met de oerknal, vanuit dat ene punt) geschapen en gevormd tot het huidige universum, door scheiding van elkaar. Als men de verklaring van deze vers uit de Koran vergelijkt met de Big Bang theorie, ziet men dat er tussen deze twee een perfecte harmonie is, ondanks dat de Big Bang pas in de twintigste eeuw als een wetenschappelijke theorie werd geïntroduceerd. 

Hoewel dit feit sinds het begin van de schepping van het heelal constant aanwezig was, is dit pas in deze eeuw door de moderne wetenschap ontdekt. Terwijl Allah (Geprezen en Verheven is Hij) ons over deze realiteit in de Koran al 1400 jaar geleden geïnformeerd had:

"Met grote macht hebben Wij de hemel gebouwd. Oprecht, Wij zijn het, die hem hebben uitgebreid." 4

Wat was er dan voor de Big Bang en wat was die kracht die het heelal tot iets bracht met deze grote explosie toen er nog niets bestond?

De bekende atheïstische filosoof Anthony Flew 5 zegt het volgende over dit onderwerp:

“Men zegt dat het toegeven ten goede komt voor de ziel van de mens. Ik wil dan ook een bekentenis afleggen. Het Big Bang model is vanuit het perspectief van een atheïst verontrustend. Want de wetenschap heeft een bewering bewezen dat door de geloofsbronnen wordt verdedigd. Namelijk dat het heelal een begin heeft.”

Vele wetenschappers die zich niet blindelings bestempelen als atheïsten bevinden zich in een situatie dat ze moeten accepteren dat een Schepper bestaat die beschikt over een oneindige macht en kracht voor het scheppen van het heelal. Deze Schepper heeft de tijd en de materie geschapen. Met andere woorden, het moet een wezen zijn die onafhankelijk is van tijd en materie.

De beroemde Amerikaanse astronoom Hugh Ross 6 verklaart deze realiteit als volgt: 

“Wanneer tijd en materie gelijktijdig met de explosie tot stand zijn gekomen, dan moet de oorzaak die het heelal tot stand heeft gebracht zelf helemaal onafhankelijk zijn van de tijd en materie in het heelal. Dit laat ons zien dat de Schepper boven alle dimensies in het heelal is. Tegelijkertijd bewijst het ook dat het heelal zelf geen schepper is, zoals sommigen beweren. En ook niet een kracht die in het heelal zelf aanwezig is, maar dat het de Schepper is die het heelal omvat.”

Samengevat kunnen we zeggen dat de Koran enkel de waarheid bevat en dus werkelijk het boek van Allah is.


 


 


 


 

 

Bronnen, noten en referenties

  1. Hubble, E. (1929). A relation between distance and radial velocity among extra-galactic nebulae. Proceedings of the National Academy of Sciences, 15(3), 168-173.
  2. De Heilige Koran, Enam (Het Vee) 6/101.
  3. De Heilige Koran, Enbiya (De Profeten) 21/30.
  4. De Heilige Koran, Zariyat (De Schiftende Winden) 51/47.
  5. Flew, A. (2003). God and the Muh. Think, 2(4), 17-23.
  6. Ross, H. (1991). The fingerprint of God.