Onze verheven religie hecht veel waarde aan studie. Het eerste bevel van de heilige Koran is immers ‘Lees’1. De islam stimuleert de mens dus enigszins om zich te ontwikkelen.
Na het lezen van dit woord kunnen de volgende vragen bij de mens opkomen: Wat is het doel van dit bevel dat naar een ongeletterde profeet door middel van zijn leiderschap naar ons allen is gekomen? Is leren lezen en schrijven het doel en heeft de profeet na dit bevel onmiddellijk leren lezen en schrijven? Wat is de lering die de profeet hieruit getrokken heeft? Houdt dit bovendien in dat het niet uitmaakt wat je leest, zolang je maar leest? Het antwoord op deze vragen ligt in het vervolg van deze zin in de Koran:
“Lees in de naam van jouw Heer Die (alles) geschapen heeft!” 2
Dus het doel van de Koran is niet zomaar lezen. Het doel is het lezen in de naam van de Schepper. Het maakt niet uit of het een willekeurig boek is of het boek van dit universum (de Koran).De profeet las deze vers exact op deze wijze voor toen het aan hem geopenbaard werd. Vervolgens spande hij zich elk moment en met elke ervaring in om te lezen in naam van de Heer. Zijn leeswijze was zoals de Duitse poëet (dichter) Rilke verwoordde: “Zelfs engelen raakten ervan verwonderd.” Hij was een ongeletterde profeet, maar niemand is, was en zal ooit in staat zijn om het boek van het universum, de Koran, te lezen en te onderwijzen zoals Hij het gelezen en onderwezen heeft.