Ten tijde van de heilige profeet Mohammed (v.z.m.h) was er geen sprake van opinieverschillen over het geloof. Als er een betwisting was, loste men dat simpelweg op door de profeet te raadplegen. Na de profeet traden er onenigheden op ten tijde van de metgezellen van de profeet en hun tijdsgenoten. Met de tijd staken meer en meer onenigheden de kop op. Dit had verschillende redenen:

a) Sommige woorden en zinnen die in het boek en in de soenna 1 voorkwamen, werden op verschillende manieren geïnterpreteerd.

b) De Hadith was niet volledig verspreid zoals de Heilige Koran

c) Letterlijke en figuurlijke interpretatie van de Heilige Koran en de Hadith

d) Invloed van de sociale en culturele omgeving

e) Hiernaast veroorzaakten nog andere factoren onenigheden en opinieverschillen.

Maar er was geen sprake van verschillende stromingen tot de tweede eeuw na de Islam. Tot die tijd bevonden er zich in elke nederzetting verscheidene geleerden die de vragen beantwoordden. Maar hen werd geen bepaalde stroming toegeschreven.

De hoofdstromingen zijn principieel hetzelfde in de hoofdthema’s, geboden en verboden zonder enig verschil. Deze hoofdstromingen houden elk dezelfde haram (verboden voor moslims) en halal (toegestaan voor moslims) bepalingen in. Ze zijn alle gelijk in de toelichting van de geloofsbetuiging. Er zijn slechts enkele afwijkende standpunten over de details van sommige onderwerpen.

De Soennitische stromingen van tegenwoordig zijn niet verdelend maar verenigend en hebben een één makend rol gespeeld.

De Islamitische geschiedenis kent geen grote conflicten tussen de verschillende stromingen – buiten een paar gevallen. De gevallen die worden voorgesteld als conflicten tussen verschillende stromingen van de moslims hebben eigenlijk een politieke aard. Dit kan men ook opmerken als men dergelijke hedendaagse gevallen nader bekijkt.

80 procent van de hedendaagse moslims behoren qua credo tot het Soennisme 2 en qua praktisering tot de Hanafi, Shafii, Maliki en Hanbali wetscholen. 3

Deze hoofdstromingen bieden een groot gemak aan de moslims. De Islam geleerden hebben eeuwenlang islamitische onderwerpen tot in detail onderzocht en gestaafd met de sterkste argumenten voorgesteld. Hierbij kwam men tot afwijkende standpunten over bepaalde Islamitische onderwerpen die verschilden in detail maar geen afbreuk deden aan het hoofdzakelijke principe. Deze standpunten hebben de verschillende stromingen gevormd, die hoofdzakelijk hetzelfde zijn maar enkel in detail verschillen.

Het vertrekpunt van deze hoofdstromingen inzake geloofsovertuiging en praktisering is de Koran en de soenna. Men kan dus eender welk van deze volgen. Ze komen allen voort uit dezelfde bronnen van de Islam en representeren de rijkdom ervan.


 

 

 

Bronnen, noten en referenties

  1. Voor de soennitische moslims zijn de Koran en de Soenna (alles wat de profeet Mohammed (v.z.m.h) gedurende zijn hele leven zei en deed) leidinggevend. 80 procent van de hedendaagse moslims behoren tot het Soennisme (Maturidi en Ash’ari qua geloof) en qua praktisering Hanafi, Shafii, Maliki en Hanbali wetscholen.
  2. Imam Maturidi weerlegde de afwijkende standpunten in geloofsleer in Centraal Azië en Imam al Ash’ari deed hetzelfde in Iraq. Tot de dag van vandaag worden deze twee imams gevolgd door de overgrote meerderheid van de soennitische moslims.
  3. Onder de soennitische wetscholen (madhhabs) is het hanafisme de grootste. Het wordt wereldwijd gevolgd door ongeveer 45% van moslims. De drie andere Soennitische scholen zijn het sjafisme, malikisme en hanbalisme.