Een paar mensen vroegen profeet Mohammed (vrede zij met hem) naar de ziel waarop Allah het volgende vers zond:

“En (de Joden) vragen jou over de ziel (die het lichaam in leven houdt). Zeg: “De kennis over de ziel is bij mijn Heer. En van (Allah’s verheven) kennis wordt jullie maar weinig gegeven." 1

Het bestaan van de ziel wordt hiermee bevestigd. Wanneer het lichaam een zekere rijpheid bereikt in de baarmoeder, wordt de ziel gegeven. Bijgevolg zijn de ziel en het lichaam verbonden met elkaar. Belangrijk om te weten is dat de ziel niet afhankelijk is van het lichaam maar de handelingen ervan zijn wel afhankelijk van de organen. Bijvoorbeeld, als een gedeelte van de hersenen beschadigd raken, dan beëindigt de ziel de activiteiten van dat gebied in de hersenen. Tevens kan je de verbondenheid van de ziel en het lichaam vergelijken met een gloeilamp en elektriciteit. Wanneer de gloeilamp op de grond valt en breekt, verdwijnt het licht maar dat betekent niet dat de elektriciteit ook wegvalt. We zien de elektriciteit niet met het blote oog maar weten dat deze nog steeds beschikbaar is. Op deze manier komt de ziel uit het lichaam wanneer een persoon sterft. 

De ziel, het leven van het lichaam, is een soort licht (Noer). Het is het bewustzijn, het denken, het begrijpen, het voelen, het zien, het proeven, het ruiken… Het lichaam wordt als het ware bestuurd door de ziel. Het lichaam is het omhulsel van de ziel in het wereldse leven. Wanneer een persoon sterft, verlaat de ziel het lichaam. Bijgevolg eindigt zijn beproeving op de wereld en verhuist de ziel naar het hiernamaals. 

De vraag is natuurlijk wat de bestemming zal zijn van de ziel. Afhankelijk van uw “graad in het geloof” en uw “positieve daden”, wordt uw bestemming in het hiernamaals bepaald. 


 

 

Bronnen, noten en referenties

  1. De Heilige Koran, Al-Isra(nachtreis) 17/85.